Het is en blijft altijd een 'moeilijk' onderwerp in de audio-wereld. Met name de tussenkabels ofwel de interlink is één van de heilige huisjes waar je niet aan mag komen.
En het leuke is nog dat veel personen elkaar tegenspreken, wat de één als een verbetering beschouwd is voor een ander een absolute afknapper.
Ik ga mij absoluut niet mengen in een discussie over gevoel of gehoor, maar wil wel een eigen onderzoekje publiceren [noot 1] waarin metingen en simulaties zijn gedaan.
De reden van die metingen waren vanwege het ontwerp van mijn eigen versterker(s) en luidspreker boxen, om meer duidelijkheid te krijgen wat / welke parameters wel / niet van invloed kunnen zijn op het gehoor.
Met name gaat het hier dan om de effecten die worden toegeschreven aan de interlinks, zoals bijvoorbeeld de ruimtelijkheid, diepte in het geluid, plaatsing van instrumenten etc...
Ik heb altijd beweerd dat er nauwelijks hoorbaar verschil in al die kabeltjes kan zitten zolang je zorgt dat je spullen van redelijke kwaliteit zijn.
Een poosje geleden attendeerde iemand mij erop dat er toch een 'duidelijk' verschil hoorbaar is. Om nu die vragen en opmerkingen in één keer te beantwoorden heb ik op deze pagina het onderzoek gepubliceerd.
Hoe is dit onderzoek gedaan?
Door enkele (standaard) interlinks te nemen en die door te meten met een multimeter en een RLC-meter. Deze waarden zijn in een Excel bestand gezet waarmee de interlink wordt doorgerekend.
Daarna is er een simulatie gemaakt van die interlink en vergeleken met de gemeten/ berekende waarden. Getest is een (zeer goedkope) standaard tussensnoertje en ook een zelfbouw interlink met coax RG-58 [noot 2].
En niet onbelangrijk, de luistertest.
Dit is het enige (?!) zwakke punt in dit verhaal: ik heb maar 2 interlinks kunnen doormeten. Er is (helaas) nog geen vergelijk met dure of exclusieve modellen. Wie weet komt dit nog, ooit?
Meting 1 is aan een (goedkope) standaard interlink, opgebouwd uit 2 coax draden met een lengte van 85cm. Benodige gegevens voor het invullen van de Excel berekening: diameter kern ca. 0,5mm (7x draad 0,022); diameter mantel 2,1mm (40x draad0,022); het isolatie materiaal ziet er uit als PVC. Zie tabel 1:
Onb | Gemeten | Berekend |
---|---|---|
Rs | 0,338E | 0,208E |
Ls | 0,34uH | 0,244uH |
Cp | 0,2nF | 115pF |
Zi | nb | 57E |
Uit de berekening volgt dat de demping 0,00015dB(!) is en de fase 0,75' bij 20kHz; bij 100kHz is dit 0,0007dB en 5,5'.
Het resultaat uit de Excel berekening is in het pdf bestand coax-cheap-intrlnk te zien.
Meting 2 is aan mijn huidige interlink (RG58 coax), opgebouwd met een lengte van 60cm. Benodige gegevens voor het invullen van de Excel berekening: diameter kern ca. 1,2mm; diameter mantel ca. 4,9mm; het isolatie materiaal lijkt op PE. Zie tabel 2:
Onb | Gemeten | Berekend |
---|---|---|
Rs | 0,1E | 0,02E |
Ls | 0,26uH | 0,139uH |
Cp | 0,1nF | 46pF |
Zi | nnb | 55E |
Uit de berekening volgt dat de demping nagenoeg 0dB is en de fase 0,7' bij 20kHz; bij 100kHz is dit 0,00035dB en 5,5'.
Het resultaat uit de Excel berekening is in het pdf bestand coax-rg58-intrlnk te zien.
De verschillen tussen de gemeten en berekende waarden zijn 'verklaarbaar' omdat ik niet exact de diameter kan bepalen van de interlinks en er 20cm extra meetsnoer gebruikt is om de interlinks te testen.
Ik geef direct toe dat deze theoretische berekeningen op zich nog niet veel zeggen, daarom volgt ook nog een simulatie van deze kabels.
De uitkomsten uit de berekening van het Excel bestand zijn betrouwbaar genoeg. Ze zijn namelijk gebaseerd op de orginele formules; de uitkomsten zijn daarom een prima uitgangspunt om verder mee te werken.
Belangrijk is om de simulatie te doen met een belasting die overeenkomt met de werkelijkheid. Omdat de belasting wel degelijk van invloed kan zijn op het frequentie gedrag is een 'standaard' ingangstrap van een goede versterker genomen.
Hierbij is de koppelcondensator (Ci) 2,2uF en de ingangsweerstand (Ri) 47k Ohm, dit is in dit geval een goed model om mee te rekenen. Het feit dat er (buizen)versterkers zijn die geen ingangscondensator hebben verslechteren de simulatie niet, dit is geprobeert en levert zelfs een fractie betere resultaten (op papier tenminste...).
De simulatie van interlink 1 en 2 kunnen gelijktijdig worden gedaan door de waarden te varieren en de uitkomsten te beoordelen.
Er moet rekening mee gehouden worden dat deze simulaties beperkt zijn omdat alleen de R, L en C worden gesimuleerd. Parameters als (dielectrische) verliezen, skin-effect etc. zijn hierin niet meegenomen. Deze zijn voor de simulatie ook niet van belang omdat het doel alleen was om aan te geven wat er veranderd als de R, L of C in een kabel varieerd. Dus bedoelt om aan te geven
welke effecten optreden en niet per se hoe
groot die exact zijn.
Tijdens de simulaties werd duidelijk dat een grote variatie van de ingangsimpedantie van een versterker, of de uitgangsimpedantie van een speler (of voorversterker) grotere invloeden heeft dan de kabel effecten geeft. Mijns inziens een goede notitie waard! Voor de simulatie en de hele test is dit minder van belang omdat het een test betreft puur voor de interlink zelf.
Er zijn nog heel veel punten van belang die uit een (simpele) meting of simulatie niet aan de orde zouden komen. Vandaar de volgende toegevoegde punten.
Ook de lengte van de interlink is van belang, bij voorkeur zo kort mogelijk. Ik neem aan dat dit geen verdere uitleg behoeft.
Afscherming tegen invloeden van buitenaf is niet per se noodzakelijk gezien de lage frequentie van audio. Een specifieke keus voor coax of getwiste snoer is niet eenduidig te maken, dan moet eerst de frequentie en het nivo van de stoorbron bekend zijn. Beide mogelijkheden hebben zo hun eigen voor- en nadelen.
In de beoordeling wordt niet alleen naar de verzwakking gekeken maar ook naar de relatieve faseverschuiving. Omdat het gehoor onder andere uit de fase(verschuiving) het richtingsgevoel haalt, is dit net zo belangrijk.
Hoe zuiverder (idealer) de gebruikte materialen, hoe beter. Daarom is er (indicatief) een mogelijkheid om andere materialen zoals zilver en teflon in de Excel berekening mee te nemen; los of het hoorbaar is...
Het voorkomen van (ver)storing verdient ten alle tijde de voorkeur, ongeacht de gekozen oplossing. Het zal ook duidelijk zijn dat oplossingen of aanpassingen die een zeer kleine invloed op het systeem hebben, ten opzichte van de afwijking in hele audio-keten, niet zinvol zijn omdat ze geen toegevoegde waarde meer hebben.
Maar genoeg gemeten, hoe klinkt het nu en kun je verschil horen?
Het is altijd gevaarlijk om (harde) conclusies te trekken als je niet alle omstandigheden hebt meegenomen. De volgende conclusies meen ik echter wel te mogen maken omdat deze wel degelijk door meting, berekening, simulatie en simpele luistertest worden bevestigd.
Is dit een objectief oordeel?
Zelfs als je de amplitude en fase resultaten [noot 3] ruim interpreteerd, zijn de gevolgen in het audio gebied m.i. zo minimaal dat hoorbare verschillen
nauwelijks aan de orde kunnen zijn.
Dus oplossingen om de negatieve effecten in interlinks te verminderen zijn leuk bedacht maar weinig echt effectief in het audio gebied, veranderingen doorvoeren op onderdelen die van zichzelf geen (nauwelijks) afwijkingen geven is zelden een verbetering voor het geheel.
Ik bestrijd zeker niet dat sommige uitvoeringen kwalitatief beter zijn, de vraag is juist of dit hoorbaar is. Ik hoor geen verschil, niet meteen hoofdtelefoon en niet op een luidspreker. Ook met metingen is niet gebleken dat er hoorbare verschillen in zouden kunnen zitten.
Ik heb dus voor niets destijds een interlink gemaakt? Ja, in mijn geval wel. Ook een 'simpele' luistertest waarbij iemand anders willekeurig de kabeltjes verwisselt geeft geen uitsluitsel (terwijl ik best wel kritisch ben op audio gebied!)
Er zijn personen die beweren dat frequenties van 100kHz nog meespelen bij keuze van interlinks, maar niemand hoort dit en er bestaat geen enkele weergever die dit aankan! Dus waarom die moeite?
Een goede interlink heeft de volgende eigenschappen: heeft een lage serie-weerstand, een lage zelfinductie, een middelmatige tot lage capaciteit en is uiteraard zo kort mogelijk.
De interlink is bij voorkeur een stukje coax mede om verstoring van buiten af wat beter te onderdrukken, maar kan net zo goed een (getwist) snoer zijn gezien de geringe afwijkingen onderling.
Omgezet in praktische waarden zou dit kunnen resulteren in de volgende waarden: Rs duidelijk kleiner dan 10 Ohm, Ls liefst kleiner dan 600uH en de Cp liefst kleiner dan 400pF.
Een specifieke materiaal keuze is absoluut niet aan de orde, zolang er aan de bovengenoemde 'eisen' wordt voldaan is het onwaarschijnlijk dat er verschil hoorbaar is.
Heb je vragen? Stuur een gerust een email.
Op de pagina contact vind je meer informatie en een contactformulier.
* Tijdens dit onderzoek ben ik op een voornamelijk negatieve manier verrast over wat er allemaal speelt in de audio-wereld over interlinks. Wat je soms leest over vermeende effecten: wat een onzin verhalen!
* Een aangename verrassing is de inventiviteit die men soms gebruikt om iets te bereiken, er zitten zeker zeer goede en creatieve ideeen bij (afgezien of het effect
kan hebben).
[1]: Hier wordt alleen het effect behandelt dat optreed in een geleider als gevolg van een frequentie en stroom door die geleider. Dit wordt anders als het gaat om het skin-effect wat optreed bij afscherming die externe invloeden (magnetische) moet dempen.
[2]: De hier vermelde gegevens hebben betrekking op enkele geteste kabels en snoeren. Bij andere typen/soorten snoeren kunnen uiteraard wat verschillen in uitkomst zijn, de strekking ervan blijft echter gelijk.
[3]: Fase verschillen hebben invloed op het 'richtingsgevoel' en indirect de amplitude karakteristiek. Als een snoer een gemeten strakke amplitude karakteristiek heeft van DC tot oneindig Hz, maar een grote fase afwijking geeft tussen bijvoorbeeld 100 en 1kHz zal bij gelijktijdige weergave van die twee frequenties wel degelijk een verschil hoorbaar
kunnen zijn. Aandachtspunt is hierbij dat er een luidspreker als -varierende- belasting wordt gebruikt.